donderdag 6 april 2006
KUNST DIE MIJ GELUKKIG MAAKT
Manzoni beitelde de woorden ‘Le socle du Monde’ in een sokkel en plaatste de sokkel ergens in Denemarken ondersteboven op het oppervlak der aarde. Sindsdien houdt Denemarken de zaak in wankel evenwicht.
Iemand giet een limonadeflesje leeg in zee. Er worden filmopnamen van gemaakt.
We zien een piepjonge Wim T. Schippers, grijnzend, brutaal en verlegen, voor het eerst op teevee. Later maakte hij een vloer van pindakaas. En een zwevende steen. In een ministerie. Maar het lukte de ambtenaren niet, de steen te laten zweven. Ze gooiden er dingen tegenaan. Ze brachten de steen uit evenwicht.
In Utrecht staat de Dom. Schippers stelde voor de toren in hoogte te verdubbellen, door een even diep gat in het Domplein te graven. Moritz Ebinger zou boven in die toren een pinautomaat inbouwen, met de geldgleuf aan de buitenzijde van de muur bevestigd: wie een bedrag intoetst, ziet zijn geld twee tellen later door de wind worden meegenomen.
Olafur Eliasson liet de zon in een museum opgaan. Een kunstenares wier naam ik nu even vergeten ben, zette een museumzaal vol met een speciale rook, waarvan je niet hoefde te hoesten, maar waarin je binnen enkele tellen volkomen verdwaalde, alle oriëntatie verloor. Joost Conijn trok in een zelfgebouwde auto, houtgestookt, in een bedaard tempo de wereld door. Ulay en Abramovicz liepen elkaar vanaf de uiterste zijden van de Chinese Muur tegemoet. Deze maandenlange wandeling resulteerde in de scheiding van het kunstenaarsechtpaar.
Als de metro het station binnenrijdt, zien de wachtende reizigers in enorme zilveren letters
LATE AGAIN op het treinstel staan. De kunstenaar noemt zich Banksy. Dat is niet zijn echte naam. Hij heeft voor miljoenen boetes uitstaan.
Ulay en Abramovicz staan naakt in een deuropening en jij moet er langs.
Mannen kiezen met de rug voor de man. Vrouwen kiezen voor de voorzij van de vrouw.
De man en de vrouw zitten nu met de ruggen naar elkaar toe gekeerd. Hun lange haar is tot één streng vervlochten. Zo zitten ze, onbeweeglijk. Ze moeten wel.
We zien een glazen kist, van binnen witgesausd. In de kist ligt Ben d ‘Armagnac, hij heeft een scheermes in zijn hand. Langzaam maar zeker krabt hij zich zichtbaar. Hij deelt zijn benarde verblijf met duizend vliegen.
Kunst die mij gelukkig maakt.
Bas Jan ader fietst in een gracht of valt uit een boom.
Gaat op een stoel op het dak van zijn woning in California zitten en lazert er aarzelend vanaf.
Breekt twee botten. Bouwt een muur in zijn atelier, nodigt een kunstcommisie uit en roept vanachter die muur en: wordt het nog wat?
Later zeilt hij in een piepklein bootje de wijde oceaan op en wordt niet teruggevonden.
‘In search of the miraculous’
Ger van Elk verft een blokje hout wit. Midden op de oceaan. Stofvrij. Ik heb dat blokje hout gezien, het is niet erg mooi geschilderd, er zitten druipers aan. Later maakt hij een tentoonstelling en laat de zaal leeg. Het enige wat hij doet, is op de dag voor de opening de ruimte zeer grondig reinigen, met bleekwater.
John Körmeling bracht op ooghoogte een stalen pijl in een andere galerie aan, de punt naar de binnentredende bezoeker wijzend. Wie zich erlangs waagde, achterom keek en de pijl van de zijkant bezag, las: NAAR HUIS. Verder was de ruimte leeg.
Malewitsj schilderde een zwart vierkant en zei dit is het einde van de schilderkunst.
Iemand wacht op een vliegveld, al dertig jaar lang, met een bordje in zijn hand waarop geschreven staat: John F. Kennedy. Dat is de gast op wie hij wacht.
Ik ben zijn naam vergeten sloopte zijn huurwoning helemaal leeg en bouwde van het restmateriaal een piepkleine woning in zijn woning. Als hij wilde douchen, bond hij de geiser
waarbovenuit de douchekop stak, als een soort rugzak om en spoelde zich schoon, op de stoep voor zijn huis. De geister was met lange slangen aan de gas en waterleiding bij de entree van zijn woning bevestigd.
Uit hetzelfde jaar herinner ik mij een filmpje van een meisje op een schommel. De schommel is bevestigd in een fors raamkozijn. Het filmpje is vanuit een buurhuis geschoten. Je ziet haar verdwijnen en tevoorschijn komen. Het raam bevindt zich op de derde etage van de woning.
Meinbert Gozewijn van Soest zaagde uit de oogkassen van een menselijke schedel een mooie nieuwe bril voor zichzelf.
ALLEMAAL KUNST DIE MIJ GELUKKIG MAAKT
Jongelui,
dit is mijn verzoek.
Stuurt u mij een beknopte omschrijving van kunst, die u gelukkig maakt.
Van een kunstwerk, dat u ooit gelukkig heeft gemaakt.
Dat uw wereldbeeld deed kantelen.
Het belangrijkste kunstwerk, dat u ooit heeft gezien.
Géén plaatjes. Alleen praatjes.
Onder de mooste inzendingen wordt een ontzettend lelijk schilderijtje verloot.
Bij voorbaat mijn enorme dank,
stuur uw bericht aan (haal de Xen uit het adres weg!) info@Xstarik.nlX
Manzoni beitelde de woorden ‘Le socle du Monde’ in een sokkel en plaatste de sokkel ergens in Denemarken ondersteboven op het oppervlak der aarde. Sindsdien houdt Denemarken de zaak in wankel evenwicht.
Iemand giet een limonadeflesje leeg in zee. Er worden filmopnamen van gemaakt.
We zien een piepjonge Wim T. Schippers, grijnzend, brutaal en verlegen, voor het eerst op teevee. Later maakte hij een vloer van pindakaas. En een zwevende steen. In een ministerie. Maar het lukte de ambtenaren niet, de steen te laten zweven. Ze gooiden er dingen tegenaan. Ze brachten de steen uit evenwicht.
In Utrecht staat de Dom. Schippers stelde voor de toren in hoogte te verdubbellen, door een even diep gat in het Domplein te graven. Moritz Ebinger zou boven in die toren een pinautomaat inbouwen, met de geldgleuf aan de buitenzijde van de muur bevestigd: wie een bedrag intoetst, ziet zijn geld twee tellen later door de wind worden meegenomen.
Olafur Eliasson liet de zon in een museum opgaan. Een kunstenares wier naam ik nu even vergeten ben, zette een museumzaal vol met een speciale rook, waarvan je niet hoefde te hoesten, maar waarin je binnen enkele tellen volkomen verdwaalde, alle oriëntatie verloor. Joost Conijn trok in een zelfgebouwde auto, houtgestookt, in een bedaard tempo de wereld door. Ulay en Abramovicz liepen elkaar vanaf de uiterste zijden van de Chinese Muur tegemoet. Deze maandenlange wandeling resulteerde in de scheiding van het kunstenaarsechtpaar.
Als de metro het station binnenrijdt, zien de wachtende reizigers in enorme zilveren letters
LATE AGAIN op het treinstel staan. De kunstenaar noemt zich Banksy. Dat is niet zijn echte naam. Hij heeft voor miljoenen boetes uitstaan.
Ulay en Abramovicz staan naakt in een deuropening en jij moet er langs.
Mannen kiezen met de rug voor de man. Vrouwen kiezen voor de voorzij van de vrouw.
De man en de vrouw zitten nu met de ruggen naar elkaar toe gekeerd. Hun lange haar is tot één streng vervlochten. Zo zitten ze, onbeweeglijk. Ze moeten wel.
We zien een glazen kist, van binnen witgesausd. In de kist ligt Ben d ‘Armagnac, hij heeft een scheermes in zijn hand. Langzaam maar zeker krabt hij zich zichtbaar. Hij deelt zijn benarde verblijf met duizend vliegen.
Kunst die mij gelukkig maakt.
Bas Jan ader fietst in een gracht of valt uit een boom.
Gaat op een stoel op het dak van zijn woning in California zitten en lazert er aarzelend vanaf.
Breekt twee botten. Bouwt een muur in zijn atelier, nodigt een kunstcommisie uit en roept vanachter die muur en: wordt het nog wat?
Later zeilt hij in een piepklein bootje de wijde oceaan op en wordt niet teruggevonden.
‘In search of the miraculous’
Ger van Elk verft een blokje hout wit. Midden op de oceaan. Stofvrij. Ik heb dat blokje hout gezien, het is niet erg mooi geschilderd, er zitten druipers aan. Later maakt hij een tentoonstelling en laat de zaal leeg. Het enige wat hij doet, is op de dag voor de opening de ruimte zeer grondig reinigen, met bleekwater.
John Körmeling bracht op ooghoogte een stalen pijl in een andere galerie aan, de punt naar de binnentredende bezoeker wijzend. Wie zich erlangs waagde, achterom keek en de pijl van de zijkant bezag, las: NAAR HUIS. Verder was de ruimte leeg.
Malewitsj schilderde een zwart vierkant en zei dit is het einde van de schilderkunst.
Iemand wacht op een vliegveld, al dertig jaar lang, met een bordje in zijn hand waarop geschreven staat: John F. Kennedy. Dat is de gast op wie hij wacht.
Ik ben zijn naam vergeten sloopte zijn huurwoning helemaal leeg en bouwde van het restmateriaal een piepkleine woning in zijn woning. Als hij wilde douchen, bond hij de geiser
waarbovenuit de douchekop stak, als een soort rugzak om en spoelde zich schoon, op de stoep voor zijn huis. De geister was met lange slangen aan de gas en waterleiding bij de entree van zijn woning bevestigd.
Uit hetzelfde jaar herinner ik mij een filmpje van een meisje op een schommel. De schommel is bevestigd in een fors raamkozijn. Het filmpje is vanuit een buurhuis geschoten. Je ziet haar verdwijnen en tevoorschijn komen. Het raam bevindt zich op de derde etage van de woning.
Meinbert Gozewijn van Soest zaagde uit de oogkassen van een menselijke schedel een mooie nieuwe bril voor zichzelf.
ALLEMAAL KUNST DIE MIJ GELUKKIG MAAKT
Jongelui,
dit is mijn verzoek.
Stuurt u mij een beknopte omschrijving van kunst, die u gelukkig maakt.
Van een kunstwerk, dat u ooit gelukkig heeft gemaakt.
Dat uw wereldbeeld deed kantelen.
Het belangrijkste kunstwerk, dat u ooit heeft gezien.
Géén plaatjes. Alleen praatjes.
Onder de mooste inzendingen wordt een ontzettend lelijk schilderijtje verloot.
Bij voorbaat mijn enorme dank,
stuur uw bericht aan (haal de Xen uit het adres weg!) info@Xstarik.nlX