maandag 8 mei 2006
KUNST DIE MIJ GELUKKIG MAAKT 13
Carla Bogaards schrijft: “het gaat om een haas, eerst was er “ De haas “ van Albrecht Durer, uit 1502, “watercolour and gouache” . Ik kocht de reproductie in 1997 in The Metropolitan Museum of New York. De haas ontroerde me hevig, zijn lijf, zijn vacht, zijn houding, zijn kalmte, op sommige dagen denk ik dat zijn ogen wat angstig staan, maar dat kan projectie van me zijn. Nu heb ik een nieuwe Haas, geen liggende, maar een staande van de Friese kunstenaar Michel Pol. Deze haas is gevangen in een beeld, hij is lichtgroen geschilderd, de houten sokkel is zo groen als vers gras, de geschilderde halmen reiken hoog, tot het middel van de haas. Op een dag vond de kunstenaar hem, aangereden, stervend. Hij slachtte de haas en at hem op. Snoet en oren liet hij prepareren, en gebruikte ze voor het beeld. Zijn ogen creëerde hij van groene verf. Beneden is er nu een haas, en boven, ik denk dat ze ‘s nachts spelend de trap op- en af hollen.Deze gedachte maakt me erg gelukkig. Ze moeten wel oppassen voor de jager.”
Hennie van de Louw schrijft: “volslank is niet lelijk doch soms behaaglijk. Dunner ook ok, maar niet dwangmatig tot elke prijs noch andersom. Er is een hedendaagse schilderes Ada Breedveld die -hoewel zelf slank & broos- steeds ferme dames penseelt, nog olijk ook! Plezierige doeken die me keer op keer behagen. Met alle genoegen, zowat gelukkig stemmend, de serie voluptueuze dames gezeefdrukt op glazen klokken -ter grootte van pizza- nam ze mee verpakt in pizzadoos: gezellige types circusachtig optredend, jonglerend, op zafeltje van éénwielige mini-fiets, cascadeurend, stevige mevrouw op olifantje, ziet er allemaal zo vrolijk uit! Met enige referentie ook aan bijvoorbeeld eerdere meesters als Rubens en Jordaens, zo ook van latere snit Ferdinad Erfman en contemporain Botero.
Ik zeg maar zo: hoe meer hoe liever!”
Carla Bogaards schrijft: “het gaat om een haas, eerst was er “ De haas “ van Albrecht Durer, uit 1502, “watercolour and gouache” . Ik kocht de reproductie in 1997 in The Metropolitan Museum of New York. De haas ontroerde me hevig, zijn lijf, zijn vacht, zijn houding, zijn kalmte, op sommige dagen denk ik dat zijn ogen wat angstig staan, maar dat kan projectie van me zijn. Nu heb ik een nieuwe Haas, geen liggende, maar een staande van de Friese kunstenaar Michel Pol. Deze haas is gevangen in een beeld, hij is lichtgroen geschilderd, de houten sokkel is zo groen als vers gras, de geschilderde halmen reiken hoog, tot het middel van de haas. Op een dag vond de kunstenaar hem, aangereden, stervend. Hij slachtte de haas en at hem op. Snoet en oren liet hij prepareren, en gebruikte ze voor het beeld. Zijn ogen creëerde hij van groene verf. Beneden is er nu een haas, en boven, ik denk dat ze ‘s nachts spelend de trap op- en af hollen.Deze gedachte maakt me erg gelukkig. Ze moeten wel oppassen voor de jager.”
Hennie van de Louw schrijft: “volslank is niet lelijk doch soms behaaglijk. Dunner ook ok, maar niet dwangmatig tot elke prijs noch andersom. Er is een hedendaagse schilderes Ada Breedveld die -hoewel zelf slank & broos- steeds ferme dames penseelt, nog olijk ook! Plezierige doeken die me keer op keer behagen. Met alle genoegen, zowat gelukkig stemmend, de serie voluptueuze dames gezeefdrukt op glazen klokken -ter grootte van pizza- nam ze mee verpakt in pizzadoos: gezellige types circusachtig optredend, jonglerend, op zafeltje van éénwielige mini-fiets, cascadeurend, stevige mevrouw op olifantje, ziet er allemaal zo vrolijk uit! Met enige referentie ook aan bijvoorbeeld eerdere meesters als Rubens en Jordaens, zo ook van latere snit Ferdinad Erfman en contemporain Botero.
Ik zeg maar zo: hoe meer hoe liever!”