dinsdag 19 september 2006
TWIJFELGEVALLEN.
Dinsdag. Omdat er een ander klusje tussendoor kwam vandaag weer geen roman geschreven, nu ja, misschien vanavond dan. Wel de gedachten over de nieuwe stroming ‘het Vomitisme’ een dag naar voren gehaald. Het onderstaand gedicht mag als exemplarisch voor het genre gelden, er is zelfs letterlijk sprake van zich ontlastenden, zij het slechts met kleine scheutjes.
Tot vandaag stond 'Zwemmetje gaan doen' in de bundel.
Het is een leuk gedicht: als ik het voorlees, moeten de mensen lachen.
Krijg ik applaus, dan gaan de mensen klappen.
De oprechte vomitist verwacht niet anders.
Het is niet moeilijk te begrijpen.
Het gedicht zit goed in elkaar, met die ene, te lange, meanderende zin
omringd door volstrekt duidelijke mededelingen.
Erg veel lagen zie ik er niet in. Het zwembad is vies, jawel.
Het wordt maar net van de cynische observatie gered
door de schuldbekentenis op het einde.
Verbeter de wereld, begin met jezelf of zoiets.
Entertainment is het wel.
Mag dat?
Zwemmetje gaan doen
Mijn zoon en ik. Woensdagmiddag.
Sportfondsenbad. Wat er glinstert
stinkt ons tegemoet -dapper duiken
wij de kleverige vloeistof in
vegen losgeschoten inlegkruizen
stukjes stront van tussen de bil geweekt
met koninklijke gebaren van ons af
ploegen door kalknagels duizend
kinderplassen en bejaardenincontinentie
de duikplank van het diepe af versnellen
langs pleisters over bloed die voor straf
niet blijven plakken. Wij gaan
ons straks wel wassen. We laten ons
heel langzaam dieper zakken
driftig met de beentjes
wapperend, met kleine scheutjes
ons ontlastend.
.
Dinsdag. Omdat er een ander klusje tussendoor kwam vandaag weer geen roman geschreven, nu ja, misschien vanavond dan. Wel de gedachten over de nieuwe stroming ‘het Vomitisme’ een dag naar voren gehaald. Het onderstaand gedicht mag als exemplarisch voor het genre gelden, er is zelfs letterlijk sprake van zich ontlastenden, zij het slechts met kleine scheutjes.
Tot vandaag stond 'Zwemmetje gaan doen' in de bundel.
Het is een leuk gedicht: als ik het voorlees, moeten de mensen lachen.
Krijg ik applaus, dan gaan de mensen klappen.
De oprechte vomitist verwacht niet anders.
Het is niet moeilijk te begrijpen.
Het gedicht zit goed in elkaar, met die ene, te lange, meanderende zin
omringd door volstrekt duidelijke mededelingen.
Erg veel lagen zie ik er niet in. Het zwembad is vies, jawel.
Het wordt maar net van de cynische observatie gered
door de schuldbekentenis op het einde.
Verbeter de wereld, begin met jezelf of zoiets.
Entertainment is het wel.
Mag dat?
Zwemmetje gaan doen
Mijn zoon en ik. Woensdagmiddag.
Sportfondsenbad. Wat er glinstert
stinkt ons tegemoet -dapper duiken
wij de kleverige vloeistof in
vegen losgeschoten inlegkruizen
stukjes stront van tussen de bil geweekt
met koninklijke gebaren van ons af
ploegen door kalknagels duizend
kinderplassen en bejaardenincontinentie
de duikplank van het diepe af versnellen
langs pleisters over bloed die voor straf
niet blijven plakken. Wij gaan
ons straks wel wassen. We laten ons
heel langzaam dieper zakken
driftig met de beentjes
wapperend, met kleine scheutjes
ons ontlastend.
.