woensdag 3 januari 2007
GEDICHTEN DIE DE BUNDEL NIET ZULLEN HALEN (13)
Ieder die dit leest, of straks op de radio hoort: het allerbeste toegewenst,
in het nieuwe jaar, dat kost niks en kan geen kwaad.
Het hiervolgende gedicht duikelde ik op uit de allereerste versie van de bundel SONGLOED. Ik had het eerlijk gezegd al helemaal opgegeven, dat het ooit nog wat zou worden, maar met enig poetswerk lijkt het nu wel geschikt om bij wijze van Nieuwjaarswens te fungeren. Wat zullen we dit jaar eens wensen? De schaduw van Jung te verliezen? Helemaal iemand anders te worden? Voortaan als dubbelganger door het leven te gaan?
Badkamergeheimen
De spiegel schoongepoetst.
Spetters tandpasta, de vette vingers
van mijn zoon die zijn naam in het condens
in kapitalen schiep, een streep eronder
de plank met zalfjes van mijn lief, vakantiebrand
een voordeeldeo
en deze deodorant nu is de mijne niet.
Onder het overhemd dat ik probeer te dragen
verzamelt zich de geur van een zenuwachtige vent
die altijd op zaterdag de winkel binnenslenterde.
Goedkope metgezel van angst, de vaste klant,
van mijn gereinigde plank genomen
en onder de oksels gesmeerd.
Hij wast zijn handen in mijn onschuld,
hij leest mijn voordeeltjes in de krant.
Hij heeft me niets geleerd. Hij gebruikt
mijn deodorant.
+
Ieder die dit leest, of straks op de radio hoort: het allerbeste toegewenst,
in het nieuwe jaar, dat kost niks en kan geen kwaad.
Het hiervolgende gedicht duikelde ik op uit de allereerste versie van de bundel SONGLOED. Ik had het eerlijk gezegd al helemaal opgegeven, dat het ooit nog wat zou worden, maar met enig poetswerk lijkt het nu wel geschikt om bij wijze van Nieuwjaarswens te fungeren. Wat zullen we dit jaar eens wensen? De schaduw van Jung te verliezen? Helemaal iemand anders te worden? Voortaan als dubbelganger door het leven te gaan?
Badkamergeheimen
De spiegel schoongepoetst.
Spetters tandpasta, de vette vingers
van mijn zoon die zijn naam in het condens
in kapitalen schiep, een streep eronder
de plank met zalfjes van mijn lief, vakantiebrand
een voordeeldeo
en deze deodorant nu is de mijne niet.
Onder het overhemd dat ik probeer te dragen
verzamelt zich de geur van een zenuwachtige vent
die altijd op zaterdag de winkel binnenslenterde.
Goedkope metgezel van angst, de vaste klant,
van mijn gereinigde plank genomen
en onder de oksels gesmeerd.
Hij wast zijn handen in mijn onschuld,
hij leest mijn voordeeltjes in de krant.
Hij heeft me niets geleerd. Hij gebruikt
mijn deodorant.
+