donderdag 15 maart 2007
GEDICHTEN DIE DE BUNDEL NIET ZULLEN HALEN (21)
De bundel is ingeleverd. Het wachten is op de drukproef. Dit is het gedicht dat het laatste sneuvelde, op aandringen van mijn redacteur. Het gaat niet diep genoeg, vindt hij. Het drijft op beeld, op sfeer. Er nauwelijks spreke van betekenis. Toch doet het mij pijn van mijn kindje afscheid te nemen. Ik weet het niet. Ik ben dol op de laatste zin. Ik heb de bundel zonder Omroeper ingeleverd. Nu ik hem hier weer voor me zie, twijfel ik weer. U mag stemmen.
Als meer dan tien luisteraars (*) naar de nachtradio mij een mail sturen met ’ja, opnemen!’ dan frommel ik hem er alsnog tussen.
Omroeper
Treinen reden spaarzaam in die tijd.
Er was sprake van omvangrijke werkzaamheden.
Er waren leidingbreuken, defecte treintoestellen
er moest altijd wel iets omgeleid of weggesleept.
Regende het, dan waren er vierkante wielen.
Had er iemand op de rails gepoept.
Scheen de zon, trokken de rails onmiddellijk krom.
Voordat het gevroren had, zaten de wissels vastgekoekt.
Reed er niets meer, sprongen de waarschuwingsseinen
eindelijk op groen. Er werd vanuit de verte nog iets omgeroepen.
Zakkenrollers liepen, handen in de zakken, over lege perrons.
(*)
Gedichten die de bundel niet zullen halen worden des zondagnachts uitgezonden op Radio 1, doorgaans rond de klok van vijf uur, dus eigenlijk op maandagochtend, in een programma dat De nacht van het goede leven heet, samenstelling en presentatie: Adeline van Lier. Zij moet er dan wel bijzeggen wat mijn mailadres precies is: info apestaartje starik punt en el. Maar dat weet zij wel.
+
De bundel is ingeleverd. Het wachten is op de drukproef. Dit is het gedicht dat het laatste sneuvelde, op aandringen van mijn redacteur. Het gaat niet diep genoeg, vindt hij. Het drijft op beeld, op sfeer. Er nauwelijks spreke van betekenis. Toch doet het mij pijn van mijn kindje afscheid te nemen. Ik weet het niet. Ik ben dol op de laatste zin. Ik heb de bundel zonder Omroeper ingeleverd. Nu ik hem hier weer voor me zie, twijfel ik weer. U mag stemmen.
Als meer dan tien luisteraars (*) naar de nachtradio mij een mail sturen met ’ja, opnemen!’ dan frommel ik hem er alsnog tussen.
Omroeper
Treinen reden spaarzaam in die tijd.
Er was sprake van omvangrijke werkzaamheden.
Er waren leidingbreuken, defecte treintoestellen
er moest altijd wel iets omgeleid of weggesleept.
Regende het, dan waren er vierkante wielen.
Had er iemand op de rails gepoept.
Scheen de zon, trokken de rails onmiddellijk krom.
Voordat het gevroren had, zaten de wissels vastgekoekt.
Reed er niets meer, sprongen de waarschuwingsseinen
eindelijk op groen. Er werd vanuit de verte nog iets omgeroepen.
Zakkenrollers liepen, handen in de zakken, over lege perrons.
(*)
Gedichten die de bundel niet zullen halen worden des zondagnachts uitgezonden op Radio 1, doorgaans rond de klok van vijf uur, dus eigenlijk op maandagochtend, in een programma dat De nacht van het goede leven heet, samenstelling en presentatie: Adeline van Lier. Zij moet er dan wel bijzeggen wat mijn mailadres precies is: info apestaartje starik punt en el. Maar dat weet zij wel.
+