zaterdag 28 april 2007

 
‘Nu moet ik stoppen. Ik heb muesli in mijn toetsenbord gemorst.’

CATHARINA BLAAUWENDRAAD overpeinst op verzoek van F. Starik haar aanwezigheid bij eenzame uitvaart nummer 75, na afloop van eenzame uitvaart nummer 74, alwaar zij dichter van dienst was.

“Ik wil gaan. Ik vrees het komende media-circus. Bij de uitgang kom ik Neeltje Maria Min tegen, die zegt het wel prettig te vinden als ik blijf. Ik ben blij dat ik dat gedaan heb, blijven.

Na de eerste begrafenis kwam ter sprake dat ik die ochtend op de Contrabas had gelezen dat Gerbrandy poëzie in opdracht verfoeit. Een Eenzame Uitvaart is poëzie in opdracht en dat schrijft anders dan zelfgesponnen werk. Dat is een kwestie van authenticiteit, maar in een tijd waarin de auteur allang dood is verklaard tilt men daar toch niet zo zwaar meer aan? Het siert Gerbrandy dat hij dat wel doet, maar al deze overpeinzingen kwamen niet ter tafel omdat Ger Fritz al minder gecompliceerde antwoorden klaar had. De kortste weg van A naar B is inderdaad het beste recept bij een deadline, waarin hij ambtshalve natuurlijk specialist is.Goed, dit tweede verslag is chaotisch, ik denk niet erg gestructureerd dus ik weet niet of je er wat aan hebt maar mijn observaties kunnen in jouw hoofd wellicht logischer gevolgtrekkingen in gang zetten. Freud, meen ik, zegt dat het kenmerkend is voor neurotici dat ze problemen hebben met chronologie. Waar te beginnen.Dat gezin dat daar maar tegen elkaar stond te kwaken terwijl het kistje uitgeladen werd. En dan zo'n camera er bovenop. Gotsamme. Maar de hausse aan emo-toerisme bleef uit, dus of het nu zo relevant is... en ik heb meer vragen dan antwoorden. Vragen dus.

Ik vroeg me naar aanleiding van een mogelijke grote opkomst (na de oproepen op AT5 en zo) en de lichte walging die me bekroop bij het, zoals jij het noemde, bloemetje-beertje-publiek, af waarom ik de arrogantie had mij daarboven verheven te voelen. In feite is het toch dezelfde emotie, het idee dat iemand niet mag vertrekken zonder te worden uitgezwaaid, de waan dat jouw afscheid wat uitmaakt, menselijke waarde toevoegt. Wat is het verschil tussen een de met zorg gekozen woorden van een gedicht en de met zorg gekozen boeketjes en beestjes van verbaal minder begaafden?

Van die vragen die je hardop aan de eettafel stelt.

Tegenover mij aan de eettafel zit meestal een zeer nuchtere man die ditmaal meende dat je makkelijker een folieballon koopt dan dat je een gedicht schrijft. Dat alles is relatief.Voor mij telde vooral de overweging dat emo-toeristen op het Grote Leed afkomen, terwijl (zoals onze vriend Fritz zegt, in de dood moet iedereen gelijk zijn) ook minder aaibare doden, kapotgevroren zwervers, heroïnehoertjes en kinderloze bejaarden aanspraak mogen maken op een laatste eerbewijs.Of ze meer voor zichzelf komen dan voor de ander, weet ik niet. Zelf sta ik ook te janken bij zo'n baby-kistje, maar jank ik dan om hem of om mijn eigen associaties met zijn dood? Hoe geloofwaardig is empathie met een persoon die je niet kent? Het blijft een projectie van je eigen gevoelens, een vorm van narcisme, die in dit geval sympathiek uitpakt.

De bedevaart van heilig, zeer selectief verontwaardigde mensen waar ik bang voor was, bleef uit. Van sommige mensen vraag je je af: kom je voor het kind of voor de camera? (Vroeger had je op plafonds van christelijke instellingen zo’n geschilderd alziend oog van God dat mensen maande op eeuwige en innerlijke waarden te letten, de camera is het alziend oog van de duivel dat je uitsluitend herinnert aan tijdelijke en uiterlijke waarden.)

Maar zo zal ik me blijven afvragen: doe ik het voor de dode of kick ik op het idee dat mijn afscheid een verschil maakt? Niet dat het erg is, een mens moet zichzelf nu eenmaal af en toe belangrijk vinden. Maar toch, de mooiste momenten zijn de momenten dat je daar staat en je niet hoeft af te vragen of het zin heeft. Dat je gewoon even voelt dat het er toe doet wanneer iemand de moeite neemt stil te staan bij een ander. De kleine hoofdknik naar de kist van Neel. Dat gevoel.

Ik keer met Neeltje terug naar de kring voor de deur bij de asbak die door zijn vormgeving een stuk minder heftig meerookt dan de exemplaren op het station. Op weg naar de uitgang had ik de eerste bloemetje-beertjes al gezien, een kale man en een vrouw met een strak gezicht. Deze twee stelden zich nu voor als afgevaardigden van de zedenpoltie. Fritz zei: ‘Dat zie je toch zo?’ Later vertelde hij me dat zijn vader bij de politie was dus het herkennenvan agenten gaat hem natuurlijk beter af dan Neeltje en mij. Zij zegt dat ze sowieso niks herkent, ‘omdat ze uit de provincie komt.’ Een prachtig excuus dat overal voor te gebruiken is.

Dan komt dat hele gehaspel en geregel, geen camera's in de kerk, RTL (was het RTL? Welk nummer? [F.S.:] Nee, Catharina , het was RTV Noord-Holland maar) zou graag zien dat het gedicht buiten bij het graf nog eens voorgelezen werd omdat ze (verongelijkte ondertoon) de rouwkapel niet in mogen met hun camera's. Mevrouw Min was dit niet van plan.

Er wordt over en weer een keer of acht gezegd dat je elkaar moet kunnen vertrouwen. Wie was die meneer in dat souteneurspak nou? ([F.S.:]Dat was de heer Kerstens, hoofd van de Dienst, die zich voor de gelegenheid extra netjes had aangekleed.) Hij zei dat ze elkaar in de toekomst nog nodig zouden hebben. Dat is geen vertrouwen. Dat is berekening. Maar okee, laat dat maar weg, of verwoord het iets subtieler dan ik hier doe, ik ben 's morgens vroeg niet zo elegant. Ben benieuwd welk fragment ze nou uiteindelijk uit Neeltje's gedicht gekozen hebben. Waarschijnlijk het meest navrante, ben ik bang. Terwijl het over het geheel genomen juist zo ingetogen was.

De lijkwagen (is daar geen vriendelijker woord voor?) arriveert, met in zijn kielzog, signaleerde jij, een vreemde volgauto. Onze vrienden van SBS? Gelukkig niet. Er is een mevrouw die een camera als een soort ghetto-blaster op haar schouder torst, ook zo'n overlastsatelliet maar dan geluidloos. Ik weet niet waarom ik het zo storend vind: wij mogen hierbij aanwezig zijn en meekijken, waarom anderen met oprechte belangstelling niet?

Aan de andere kant: wat is de nieuwswaarde van zulke beelden? Je kunt er bij wijze van spreken stock film voor gebruiken. Bevreemdend is de aanwezigheid van een moeder met zoon van een jaar of acht, negen, vlasblond haar met gel overeind, moet die jongen niet naar school? Neel denkt dat hij misschien voor een oma of opa komt. Er voegt zich nog een oudere vrouw bij het gezelschap die aan één stuk door met de moeder staat te kletsen als de lijkwagen arriveert en het kistje naar buiten wordt gedragen. Als je uit respect voor de dode komt dan kun je toch even stilte in acht nemen, denk ik.

De meneer van het uitvaartcentrum komt op Neeltje af en vraagt haar wanneer ze wil lezen, na het eerste of het tweede muziekstuk, en of hij haar aan moet kondigen. De regie is duidelijk strakker dan bij de eerste begrafenis. In het zaaltje, hoor ik later, waren de meeste mensen ambtshalve aanwezig. We komen binnen op het wiegelied van Brahms, als ik het me goed herinner. Neeltje leest rustig, duidelijk, invoelend zonder emotioneel te worden. Ik herinner me daarna alleen Blackbird, dat vond ik een prachtige keuze, maar er moet nog een derde lied gespeeld zijn dat ik vergeten ben.

Wanneer we naar het graf lopen is de camera werkelijk storend, je loopt er recht op af, het oog kijkt recht in je gezicht, je voelt je begluurd. Nee, denk ik, het gaan geen hond wat aan wat de hier aanwezigen voelen. Ik blijf een beetje achter de heg, zie later dat de onbetaalde klaagvrouwen hun goede gaven hebben neergelegd maar weet niet precies wanneer ze dat gedaan hebben. De moeder van het blonde jongetje en haar metgezellin komen er, als ze het graf verlaten, achter dat ze nog een kaars in hun handen hebben die ze daar niet meer kwijt konden of wilden.

Na afloop voert de cameravrouw nog allerlei voyeuristische standjes bij het open graf uit. Mieke Bal gebruikte tijdens haar colleges de term 'pornografie' voor al te expliciete (beeld)verslaggeving van menselijk leed. Het raakt mensen wel, maar op de verkeerde plaats.

Volkomen niet ter zake, maar toch, Ger Fritz heeft me maar helemaal naar huis gereden, uit jeugdsentiment vermoed ik, hij is hier in de buurt opgegroeid en naar school gegaan. Zijn tantes woonden op de Insulindeweg. En zijn eerste vriendinnetje schuin tegenover de oude ambachtsschool. Een jaar of tien terug heeft hij het huis van mijn buurvrouw ontruimd, hij wist nog waar het was. Hij heeft me ook de winkel gewezen waar hij als jongen tussenpui en pilaar door wilde klimmen en een poosje akelig vast kwam te zitten. Ik zal die winkel nu niet meer kunnen passeren zonder hem voor me te zien.

Nu moet ik stoppen. Ik heb muesli in mijn toetsenbord gemorst."

Catharina Blaauwendraad, 25 april 2007.


Tenslotte stuurde iemand haar dit bericht. Dat mogen wij u niet onthouden.

Paus maakt einde aan het voorgeborchte
ANP/DPA

ROME - Paus Benedictus XVI heeft zaterdag officieel het voorgeborchte (limbus) voor ongedoopte dode kinderen achterhaald verklaard. ‘Het buitensluiten van onschuldige kinderen uit het paradijs is in tegenspraak met de bijzondere liefde die Christus voor de kleinsten koestert’, stelt de paus in een verklarend document. Volgens de eeuwenoude theorie van het voorgeborchte gaan kinderen die bij de geboorte of kort erna overlijden, niet direct naar de hemel, omdat zij niet door de doop van de erfzonde zijn gereinigd. Ze gaan echter ook niet naar de hel, omdat ze geen kwaad hebben bedreven. Daarom zouden de kinderen het eeuwige geluk in het voorgeborchte krijgen.

Vorig jaar adviseerde de Internationale Theologencommissie de paus al het voorgeborchte opzij te schuiven omdat het niet wezenlijk en noodzakelijk in de leer van de kerk zou zijn. Volgens Italiaanse media heeft de paus ook tot afschaffing besloten wegens het wereldwijd hoge aantal abortussen. Bovendien worden steeds meer kinderen niet gedoopt.




+


View My Stats Free counter and web stats