dinsdag 24 mei 2005

 
AANKONDIGING: DE HELE WERELD POËZIE!

Diana Ozon is dichter van de maand mei in boekhandel Demodokos. Zij verwelkomt deze donderdag de nieuwe dichter des maands en uw gespreksleider van vanavond: F.Starik.
Ozon en Starik delen een verleden: beiden waren betrokken bij One World Poetry, het spoken word festival van de overleden Benn W. Posset. Te gast is verder: Erik Jan Harmens, die F. Starik in 1986 bij One World Poetry als duvelstoejager opvolgde. De dichters dragen elk een toepasselijk gedicht voor. Zij zien om in verwondering.

DE HELE WERELD POËZIE! donderdag 26 mei - 20.00 uur, toegang gratis
Graag tot ziens bij Demodokos - lezen & luisteren!

Demodokos
Reestraat 24
1016 DN Amsterdam
telefoon 020 489 59 85
www.demodokos.nl


One World Poetry was in de jaren zeventig en tachtig het podium bij uitstek voor met name de Amerikaanse beat-dichters, dikwijls benevelde dichters voor een gelijkelijk beneveld publiek. Exponent van een inmiddels vergeten tegencultuur. Men sneed er de rook in zeer dunne plakjes. One World Poetry introduceerde de combinatie van alternatieve rock met poëzie, een recept dat door Crossing Border in Den Haag nog altijd met veel succes wordt toebereid. Crossing Border mag typisch Haags worden genoemd, zij het onderbroken door een kort uitstapje naar Amsterdam. Den Haag heeft daarnaast het keurige Dichter Aan Huis. Rotterdam heeft sinds jaar en dag het veel bedaagder Poetry International. Utrecht heeft zijn Nacht van de Poëzie. Nijmegen heeft Wintertuin. Groningen heeft ook een tuin, de Prinsentuin. Zo is er overal wel wat.

Ons Amsterdam heeft sindsdien geen festival van betekenis meer gezien. Recent strandde de poging het nieuwe festival Duizenddichters naar de Hoofdstad te brengen: Duizenddichters zal in juli 2006 in Utrecht plaatsvinden. Daar zouden we het over kunnen hebben, ja, we zullen het vlug eens zijn. Ik zal de wethouder van cultuur vragen om naar de klacht te komen luisteren en een enorm budget toe te zeggen. Kan zij de marginale positie van Amsterdam, waar bijna alle uitgeverijen zijn gevestigd, de meeste schrijvers wonen, verklaren?

Willen we misschien iets zeggen over de ontwikkeling en de positie van de orale poëzie, die na de kortstondige opleving in de poetry-slams opnieuw in het defensief gedrongen wordt?
Erik Jan Harmens was ooit de kampioen, en heeft sinds zijn bejubelde debuut –In menigten- en het juist verschenen -Underperformer- afstand van ‘het circuit’ genomen. Deelt hij de observatie dat het verschijnsel poetry-slam over zijn hoogtepunt heen is?
Is het waar dat de poëzie definitief tot de beleveniscultuur is toegetreden?

Misschien willen we ons hoge licht laten schijnen over de daarmee samenhangende kwestie van de toegankelijkheid van poëzie, of, breder, haar communicatieve waarde, de bruikbaarheid van poëzie? Is bruikbare poëzie per definitie een toegepaste kunst en daarmee ongevaarlijk? Harmens schrijft –gevaarlijke- poëzie. Ozon lijkt een zonnig idealisme uit te stralen, zelfs te vertegenwoordigen. Vorige week ontving zij de Ruigoord-trofee, wegens grote verdienste voor het Vrije Woord. Starik gebruikt de poëzie veeleer als voertuig om een buitenpoëticale situatie te veroorzaken.

Daarmee ontspoort de zo beschaafde, van een zekere weemoed doordrenkte conversatie in algemeenheden als: zijn we wat we zeggen, of proberen we te zeggen wie we zijn? De boekhandelaar ontkurkt een fles lang niet beroerde wijn. Er is een soepele overgang naar een informeel samenzijn, liefhebbers onder elkaar. Een enkeling stelt voor de zitting te verlengen in café de Pels. Starik weigert, beleefd, doch beslist: hij moet de volgende dag een lunchoptreden verzorgen voor de wetenschappers van Energie Centrum Nederland, hoog in de kop van Noord-Holland, alvorens dichter van de maand nummer drie het jawoord zal schenken aan zijn bruid, elders langs de kust. Daar gaat een hoop reistijd aan vooraf. Laat zich dan toch overhalen. Nou, één biertje dan.


*
Andere activiteiten in Demodokos gedurende deze maand.

Beeldend kunstenaar Meinbert Gozewijn van Soest exploiteert een museum voor entropisme. Gozewijn doet beeldend onderzoek naar het verband tussen vergankelijkheid en en eeuwigheid. Een deel van zijn Relikwieënkabinet is momenteel te zien in het Amsterdams Historisch Museum. Gespreksleider kunsthistorica Tineke Reijnders praat met beide mannen over hun leven als Museum. (ONS LEVEN ALS MUSEUM, donderdag 16 juni, 20.00 uur, toegang gratis)

Starik is i.s.m. Vrouwkje Tuinman de drijvende kracht achter het festival DUIZENDDICHTERS, gepland op 1 juli 2006 in de Stadsschouwburg in Utrecht. Op donderdagavond 23 juni wordt het literaire seizoen met een bijzondere voorproef van dit unieke festival besloten met een pleidooi voor de korte, doch krachtige poëziebijeenkomst.
Het Eerste Megafoonconcert Ter Wereld: de honderd uitgenodigde dichters zullen toch niet allemaal gebruik maken van de mogelijkheid om in de Reestraat een gedicht door de megafoon te blazen? Alle bijdragen (maximaal 1 minuut) welkom. (EERSTE MEGAFOONCERT, donderdag 23 juni, 20.00 uur, toegang en deelname gratis)

*

Demodokos, de in poëzie gespecialiseerde boekhandel in Amsterdam
nodigt voor de vijfde keer een ‘dichter van de maand’ uit. Deze eervolle functie
levert enkele fijne avonden in de boekhandel op en een speciaal voor de boekhandel geschreven gedicht dat in een gelimiteerde oplage mooi uitgegeven wordt. Starik schreef een lofzang op de Westertoren, die je in de boekhandel ieder kwartier kunt horen. Daarbij stelt de dichter een kleine tentoonstelling samen, zorgvuldig gekozen uit de collectie van voorheen het Starik Museum van kleine werken.

*

WWW.STARIK.NL
info@starik.nl

 
EENZAME UITVAART nummer 40

Rijkert A. E. , geboren 29 juli 1952, Amsterdam, gevonden door de politie wijkbureau Houtmankade op 9 mei 2005 in zijn woning in de Staatsliedenbuurt te Amsterdam.

Hij wordt begraven op begraafplaats Vredenhof op dinsdag 24 mei 2005, om 10 uur.
Dichter van dienst: Anneke Brassinga

De heer E. genoot een WAO-uitkering. Hij werd op een matras die op de grond in zijn woning lag aangetroffen. Hij is een natuurlijke dood gestorven. Hij heeft ongeveer drie maanden dood in zijn woning op de tweede etage gelegen. De woning wordt omschreven als een somber, donker hol. Alles bruin: de muren, de bank met vette armleuningen. Alles vies.

Rijkert A. E. was ongehuwd, geen kinderen bekend. Zijn vader overleed in 1986, zijn moeder leeft nog, evenals drie zusters en een broer. Dan is er nog een halfzus uit een eerder huwelijk van zijn moeder. Zij hebben al twintig jaar geen enkel contact meer met elkaar. Moeder, broer en zusters laten eensgezind weten niet naar de uitvaart te zullen komen. Er is geen testament en geen nalatenschap. De woning zal door de woningbouwvereniging worden ontruimd.

Vredenhof. Miezerige morgen. Buiten wacht Pieter Verbeek. Een ook de uitvaartleider. Anneke Brassinga komt aangetrippeld. Precies tien uur. Ze heeft het laatste stukje, naar eigen zeggen, moeten draven. Mooie stem, precieus. We luisteren naar de herfst, we luisteren naar het duet uit de Parelvissers. Haar gedicht:


De slapende

voor Rijkert A. E.

Je bent door eigen bloed in twintig jaar niet
meer gezien. Wie kan het navertellen, hoe
sommigen van ons zich door het leven slepen?

Het was een somber, donker hol waar men je vond,
na maanden, je lag gevloerd, dat ongeveer is
wat wij weten – en bruin was alles om je heen.

Hoe sluipt de dood in bij een eenzaam man?
Als kille mist, als lonkend vergezicht vol pracht?
Als een moeras, waarin je wegzonk op je matras?

Toen jij ter wereld kwam vanuit datzelfde niets
waar je nu bent, heeft men je goud en geluk
toegedacht – waarom anders zou je Rijkert heten.

Maar alles doet vermoeden dat het je arm en krank
te moede is geweest; een leven breekt soms
lang voordat het zich kostbaar kan gaan weten.

Wat kunnen wij meer doen dan stilstaan hier, om
jou wat woorden mee te geven: “Het is gezien,
het is niet onopgemerkt gebleven.”


© Anneke Brassinga, 24 mei 2005


Bij het derde muziekstuk, Andrea Bocelli, in duet met een anonieme zangeres, time tot say goodbye, spreekt de uitvaartleider, de grijze, een woord. Dat het, zoals Bocelli zingt, tijd is om afscheid te nemen. Dat hij vanuit zijn levensovertuiging kan zeggen: moge de engelen je begeleiden. Bij het graf duurt de minuut stilte precies zestien tellen. Weer spreekt de uitvaartleider. Rijkert, goede reis. We weten niets van jou maar hopen dat je je bestemming en je rust hier hebt gevonden. We werpen een schepje zand. We krijgen één kopje koffie en een tweede aangeboden, hoewel die niet is berekend, maar niemand hoeft een tweede kopje. Even later staan we rokend buiten. Miezerige morgen.

woensdag 11 mei 2005

 
GEEN NIEUWS / GOED NIEUWS

Vandaag heb ik, in overleg met de Sociale Dienst van Amsterdam, mijn gehele weblog leeggehaald na juridische dreigementen van een ziekenhuis. Ik zeg een ziekenhuis, want ik ben niet voldoende juridisch onderlegd om met zekerheid te kunnen zeggen, dat ik de naam van dit ziekenhuis zomaar mag noemen. Op deze weblog vond u, onder andere, een veertigtal verslagen van ‘eenzame uitvaarten’.

Een nabestaande, wier naam we hier uit privacyoverwegingen niet zullen onthullen, stuurde mij twee weken geleden een berichtje, dat zij via Internet een overleden familielid had weten op te sporen, wiens naam wij hier uit dezelfde privacyoverwegingen niet kunnen noemen. Uit haar bericht sprak niets dan dankbaarheid, dat zij het familielid had kunnen achterhalen. Zij vroeg om meer informatie, en ik kon haar doorverwijzen naar een van de medewerkers van de Dienst, die het dossier beheert.

Nu, twee weken later, tekent het ziekenhuis waar de overledene verbleef in de periode voorafgaand aan zijn overlijden, bezwaar aan tegen deze flagrante schending van de privacywetgeving.
Juridisch zou het mogelijk zijn om alle namen in de verslagen, die sinds twee jaar na iedere uitvaart op mijn weblog verschijnen, te anonimiseren. Er is veel mogelijk, juridisch gesproken.

Dit zou echter inhouden dat ieder bericht zou moeten worden gecontroleerd, ge-edit en vervolgens opnieuw gepost zou moeten worden. Dagen werk voor mijn lieve webmeester, die hoopt op beter weer. En ik ook. Hopen, op beter weer.

Ik heb dan ook besloten, zij het met spijt in mijn hart, om het gehele archief te verwijderen.
Met excuses aan de nabestaanden, die zo de mogelijkheid ontnomen wordt om familieleden te vinden of virtueel te bezoeken. En met complimenten aan de uiterst competente juridische afdeling van een ziekenhuis, waar men zeer kundig deze mug wist te ziften.

vrijdag 6 mei 2005

 
De doden herdenken


4 mei. Mijn zoon heeft vakantie, meivakantie. Er is ook een voorjaarsvakantie, die om ondoorgrondelijke redenen in februari valt en wel twee weken duurt. De paasvakantie daarentegen is al geruime tijd opgeheven. Pasen is niet meer. Wij hebben mei. Koninginnedag heb ik dit jaar overgeslagen, die viel op een zaterdag. Mijn zoon komt altijd op dinsdag en woensdag. Woensdag, 4 mei. We hebben vrij. Bo is in de ban van Stronghold Crusader, hij voert op mijn laptop een groep vastbesloten kruisridders aan, samengesmolten door jaren van barbaarse conflicten, stort zich in de strijd tegen een machtige buitenlandse invasie onder de brandende woestijnzon. We hebben de hele middag zwijgend naast elkaar aan mijn bureau zitten werken, hij muisklikte zich door een onafzienbare stroom vijandelijke eenheden heen en bouwde machtige versterkingen. Ik worstelde een dikke map gedichten door.

Als we bijtijds eten, kunnen we naar de Dam om de Dodenherdenking te zien. Hij haalt zijn schouders op. Ja, goed, klinkt het even later. Ik bak ons een karbonade met van die grappige Rosevalaardappeltjes die je niet hoeft te schillen en een doos diepvriesdoperwten. We eten altijd diepvriesdoperwten, vinden we lekker. Onder het eten praten we over de oorlog. Eerst stellen we vast dat er twee oorlogen waren, de Eerste en de Tweede. Ze noemen dat een wereldoorlog. Maar de Eerste was alleen maar in Europa, en de Tweede was ook lang niet overal. De Eerste was nog ouderwets. Met loopgraven. Die van de Duitsers waren negen meter diep. Die van de Engelsen maar twee. Dat gaf de Duitsers een beslissend voordeel. Bij hevige regenval overstroomden de loopgraven, dan werden de soldaten nat. Maar niet de Duisters, die klommen gewoon naar de derde verdieping in de loopgraaf, waar hun brits lekker droog gebleven was. Alle soldaten slapen op een brits. Een soort bed, maar dan harder, misschien zonder hoofdkussen, of helemaal geen matras. Een brits in de koude modder. We huiveren bij de gedachte. De Duitsers hadden mosterdgas, maar soms waaide dat de verkeerde kant uit. Ze hadden wel een gasmasker maar die lekte nog. Ondanks hun graafkunst en gas verloren ze, de Duitsers, net als de Tweede, ook die hebben ze verloren, maar dat lag meer aan Oostenrijk, legt hij uit. Met zijn handen vormt hij eerst een groot Duitsland en kleit dan aan de onderkant een dun sliertje Oostenrijk. Daar lag het zwakke punt.

De Tweede wereldoorlog is wezenlijk onbegrijpelijk, betoog ik vaderlijk, het is letterlijk on-voor-stel-baar wat er toen allemaal is gebeurd, ah, je bedoelt met de Joden, begrijpt Bo. Ik vertel van Denemarken, dat verzet wel degelijk kan lonen. Daar is iedereen een gele ster gaan dragen: nu was iedereen een Jood, en dus, uiteindelijk, niemand. En je kunt niet iedereen doodmaken. We gaan meteen door naar Rusland, voor de tactiek van de verschroeide aarde. We stellen tevreden vast dat de Tweede Wereldoorlog nog veel erger was dan de Eerste. In de Eerste gingen er wel veel soldaten dood, maar dat is het risico van het vak, dat is minder erg dan gewone mensen. Onschuldige burgers, noemt hij ze. Ik zeg dat ik niet veel op heb met het concept van de onschuldige burger. We kunnen geen burger zeggen of er moet onschuldig voor. We kiezen voor het slachtofferschap. Het is 4 mei. We gaan de slachtoffers herdenken.

Op de Dam staan grote televisieschermen opgesteld, in breedbeeldverhouding, wat vooral bij de gestalte van de Koningin erg grappig uitpakt. Een lange rij hoogwaardigheidsbekleders bekleedt hoogwaardigheid, we staren naar het uitgerekte hoofd van Balkenende, we luisteren naar zijn plechtigste stem, en stellen vast dat wij heel goed in herdenken zijn, veel beter dan andere landen. Misschien, zeg ik voorzichtig, als we voldaan terugwandelen, is dat van Denemarken wel een broodje aap verhaal. Hij neemt een broodje ei. Morgen viert hij de bevrijding weer bij mama.


View My Stats Free counter and web stats