maandag 21 november 2005

 
AUTOBIOGRAFISCHE POLITIEK


Op zondagmiddag 27 november ben ik met Rob Oudkerk, huisarts en ex-politicus, te gast bij de maandelijkse talkshow van Kester Freriks in boekhandel Scheltema (16 uur, Koningsplein, Amsterdam.) Oudkerk, de man met het stofje in zijn hersenen, van wie een belangwekkende publicatie verscheen, over hoe men zelf ex-politicus kan worden.

Ik kan daar grappig over doen, maar hoop natuurlijk dat er iets van zijn publicitaire waarde op mij afglanst, ik stel me veel van de signeersessie voor, die onvermijdelijk op een gesprek in een boekhandel zal volgen. Misschien dat de mensen min of meer per ongeluk in de korte rij gaan staan, in de veronderstelling, dat ze snel geholpen zullen worden, in de korte rij.

Ondertussen denk ik aan Rob Oudkerk. In een talkshow is het de bedoeling dat je een gesprek voert. Hij komt daar om reclame te maken voor zijn boek over zichzelf. Ik kom daar om reclame te maken mijn boek, over eenzaam sterven of zoiets. Schaamteloosheid kent geen grenzen.

Zijn persoonlijke is politiek. Ik ken de man niet, nog niet, persoonlijk, het –nog- in het vooruitzicht maakt me al voorzichtig. Ik zou graag iets vriendelijks over hem denken.
Als hij een kunstenaar was, had ik zijn experiment heel interessant gevonden. Hij moet gedreven zijn door een onstuitbare drang om te bekennen.

Nu hij voor politicus doorgaat, hoor ik alleen maar ruis.
Zou het mogelijk zijn dat hij zelf niet in de gaten heeft, dat als hij de ogenschijnlijke legitimatie voor zijn aandachttrekkerij, het masker van de politiek, zou laten vallen, hij voornamelijk van beroep Bekende Nederlander was, zoals het in wereld wemelt van de mensen voor wie het concept -roem- het hoogst haalbare lijkt? Wat wil je worden? Waar meisjes vroeger huisvrouw zeiden, willen we vandaag als sterren stralen, overal.

Zoals je over mij kunt zeggen: Jezus man, ga die bejaarden hun billen wassen inderplaats van verzen te schrijven als de billen bleek in de kist rusten, met klontjes eraan, zo kun je over Oudkerk oordelen. Wij zijn idealisten. In het geval van Oudkerk kan het heel goed wezen dat de held in het verhaal is pootje gehaakt door hogere machten, en dat hij terugvecht, met open vizier, en daarin verdwaalt, in zijn eigen verhaal. Hij wilde de wereld veranderen, maar veranderde niets dan zichzelf, en legt daar nu in zijn boek rekenschap van af. Dat is misschien groots en dapper. In laatste instantie is het kunst, misschien politieke kunst, maar kunst. Het is politiek in het kwadraat. Ik weet niet of het wenselijk is dat mensen hoeren bezoeken. Ik weet wel dat het wenselijk is dat het politieke discours over andere dingen gaat.

Politiek hoort te gaan over collectieve voorzieningen, economie, belasting, ziekenfonds, energie, telefoon desnoods, over regels, waaraan wij ons conformeren, en als de regels niet deugen, dan veranderen we de regels weer, daar is de politiek voor, daarop is de illusie van democratie gebaseerd. Daarover moeten we praten, als het over politiek gaat, niet over het privé-leven van de politicus. Dat zien we wel op een andere zender, op een ander uur, in een andere context.

We hebben al eerder gezien hoe de buitenstaander in de politiek vermorzeld wordt, we hebben geleerd dat je overal een complot achter kunt vermoeden, dat de politiek een spel is, dat volgens bepaalde regels dient gespeeld. De buitenstaander wil dan de regels van het spel veranderen. Dat is een vergissing. Hij moet hetzelfde spel veel beter spelen.

Vorig jaar, in de lente van 2004, schreef ik een gedicht waarin de historische figuur van Oudkerk zijdelings figureert, meer is het niet, figureren. Ik herinner u aan een relletje dat gelijk met onze geliefde ex-wethouder speelde, over de kantoorinrichting van een directeur van een of andere uitkeringsinstantie, de stoel was te duur geworden, vonden wij. En de kranen waren er van goud. En de zoldering van marmer. Curieuze berichten, ik ben er dol op.

Daarom heb ik dit gedicht van omstreeks maart 2004 voor u uit de krochten van de helse machine opgediept, als voorgerecht van de maaltijd, die dus op 27 november, een zondagmiddag, in boekhandel Scheltema, Holkema en Von Der Möhlen, in Scheltema dus, wordt opgediend. Tot zondag! Komt allen en kies partij voor de man zonder programma, het programma zonder partij, kies voor de korte rij.






Drieluik met dozen

1


Ik nam de trein naar Haarlem.
Tegenover mij: twee reizigers, forenzend,
een man met een zachte gee en een vrouw
van hetzelfde kantoor; de man wees alles aan

en leverde zijn commentaar:
daar aan de overkant de Shell, ja die hoge
gekantelde doos met hoeken erop,
die gaan ze afbreken en woningen bouwen

en wie moet daar dan wonen, in die doos,
de vrouw wantrouwend, en inderdaad, weet hij
plotseling ernstig, gefronst: ze bouwen daar voor ons
hoor, voor jou en mij.


2

Ik nam de trein naar Haarlem, langs haveloze tuincomplexen,
langs hoe kantoren heten, UVW, UWV, langs toiletpotten
van goud en schande, want wat je in de krant leest
moet je ook allemaal weer vergeten.

Langs voorheen de tippelzone, de Rob Oudkerk Boulevard,
de korte tussenstop te Haarlem -Nieuwbouwwijk,
kijk, daar komt de IKEA, ergens, dat zal nog duren.

Ze moeten het kantoor nog huren en er gaan een hoop
dozen in zo'n pand. Waar moet je dan parkeren.
We staren in het lege land.



3

Ik nam de trein naar Haarlem om een doos met boeken
op te halen, voor ik afscheid van mijn vorige uitgever nam
een doos vol boeken, een zwaar bezit om mee te sjouwen,
van bekijk het maar ik ga alles heel anders
aanpakken voortaan, van de handige man.

Dus mijn uitgever zat verloren met zijn broek
en een groene trui aan in de ruimte en sprak vrijuit
van zijn moeilijkheden, veel in getal.
Ik zweeg voornaam, rookte twee sigaretten
en zette mij klaar om met boeken het pand te verlaten.

Ik nam een hoopvol presentie-exemplaar
van een nieuwe bundel van een andere schrijver
van de stapel en vergat niet om naar
de bekende weg terug te vragen.

De weg terug, in de richting van het station.
Wacht maar, mompelde ik, misschien
de neus ontlastend in een vetpapieren doekje
alsof ik eigenlijk een baby was, doosdragend.

Hij zei dat hij is opgebrand.
En ik heb helemaal geen vuur gezien.
Bescheidenheid, wie komt erom?

vrijdag 18 november 2005

 
En toen ik op onderstaande link klikte, werkte het nog wel: een ontroerende leeservaring van simon vinkenoog op

http://www.simonvinkenoog.nl/

donderdag 17 november 2005

 
grotendeels overgenomen nieuwsbericht op verzoek van www.epibreren.com/rs

WAT GOD KAN...

Epibreren - ... namelijk de NS Publieksprijs kapen, dat kunnen wij ook.
Momenteel staat de NS-Publieksprijs op de eerste plaats op Google, voor wie zoekt op 'publieksprijs'. Dus het zou heel mooi zijn als de Poëziepublieksprijs de eerste Google-vermelding bij zoektochten op 'publieksprijs' zou zijn. En daar kan volgens geleerden op het eiland heel makkelijk voor gezorgd worden. Als er op een behoorlijk aantal sites onder het woord 'publieksprijs' een link wordt gelegd naar http://decontrabas.typepad.com/publieksprijsbundel2005/
zou binnen afzienbare tijd de Poëziepublieksprijs de NS-Publieksprijs van de eerste positie verdrijven. Wie doet mee aan dit experiment?

(Rottend Staal, 17-11-2005)

Overigens kan het hoofdzakelijk door onze medewerker F. Starik geschreven prachtboek 'De Eenzame uitvaart' (Nieuw Amsterdam) niet als een dichtbundel worden aangemerkt: het is eerder een documentaire over eenzame uitvaarten, met bij elk hoofdstuk één gedicht. Van in totaal negen verschillende dichters. 'De eenzame uitvaart' dingt dus niet mee om de gunst van publiek of zoekmachine.

(Rottend Staal, 16-11-2005)

 
Op MUGWEB vindt u een ruim twintig minuten durende audioreportage van de presentatie van het boek 'De eenzame uitvaart', gemaakt door Bart van Maanen. Volg de link, en klik op de luidspreker onderaan het bijbehorende artikel.

http://www.mugweb.nl/index.php?pageID=102&showItem=237

woensdag 16 november 2005

 
Zinloos geweld, heilige vogel


Maandag 14 november 2005.
Een mus fladdert een sporthal binnen.

Binnen staan 88 vrijwilligers op kousenvoeten
sinds september gebukt in een sporthal om het wereldrecord
dominosteentjes omgooien te verbeteren, dat doen ze ieder jaar,
het wereldrecord dominosteentjes omgooien verbeteren.

Dit jaar moeten ze om het vorige record met precies
365.144 dominosteentjes te verbeteren tot
het nieuwe record van 4.321.000 stuks reiken
dus 4.321.000 steentjes rechtop zetten.
En volgend jaar nog meer. Alles valt.
En ieder jaar weer.

Dingen rechtop zetten met geen ander oogmerk
dan ze weer in liggende toestand aan te treffen,
dingen rechtop zetten alleen om ze weer om te gooien
ik begrijp iets niet. Dwangarbeid, slavernij.
Maar dan op vrijwillige basis voltrokken.

Het komt op televisie dus het zal wel kloppen.
Het zijn niet eens dominosteentjes, de stukken
felgekleurd plastic die de 88 vrijwilligers
in kunstig bedoelde figuren in het Frisian
Expo Centre opstellen. Domino Day.

Ze kunnen er samen 130.000 per dag,
als ze goed doorwerken en niemand valt,
een camera rijdt achteruit, de geluidsman
met zijn bergbeklimmerschoenen bedoelt
om ergens overheen te stappen, verder dan
1 sector reikt de ramp nog niet.

U moet weten dat het parcours van vallen
in sectoren is verdeeld. Rampen welhaast uitgesloten.
De hal wordt streng bewaakt. Het centrum is beveiligd.
Het is nog niet gemakkelijk om binnen te komen,
voor niemand niet. Na de bewakers de dubbele deuren.

Eerst is er de eerste deur, die opengaat en weer dicht moet.
Dan sta je in een sluis. Daar hangt zo’n blauwe knetterlamp
die meegebrachte insecten in het licht laat vliegen.
Dan moet je wachten, tot een grote rust in de cabine daalt.
De wind is gaan liggen. Dan komt de tweede deur.

Alle muggen zijn nu dood. Voorzover een mug
iets om kan gooien nu niet meer. De mus heeft zich
heel klein gemaakt in een hoek van de cabine en
smokkelt zich naar binnen.

De roem van de steentjes straalt al een beetje
op de vrijwilligers af en nu ook op de mus.
Hij gooit 23.000 steentjes om in de derde sector
en daarna wordt hij doodgeschoten met een buks.
Mijn mus. Rust zacht.

dinsdag 15 november 2005

 
maandag 14 november was F. Starik te gast bij VPRO's de Avonden.
Wie op deze link klikt, wordt, als het goed is, volautomatisch verbonden met het tweede uur van deze uitzending, waarin verder: audiopost van Oscar van den Bogaard en -microtonale- muziek van David Behrmann.

http://www.vpro.nl/programma/deavonden/afleveringen/23900215/

 
Zondagavond vond in een afgeladen PARADISO de uitreiking plaats van DE EEN MINUTEN AWARDS, in acht categoriën waren evenzovele TOMMY' S te gewinnen door getalenteerde filmmakers. F. Starik was de jury van de achtste categorie, die van de TIEN SECONDEN.
Winnaars en genomineerden vind je hier:

www.deeenminuten.nl

www.theoneminutes.org

vrijdag 11 november 2005

 
Op de site van de Recensent staat, jawel, een fijne recensie van het boek De eenzame uitvaart. Hup Edwin Fagel.


http://dhost.info/recensent/pivot/entry.php?id=169#body

Dat er op het laatst aan je gedacht wordt


donderdag 10 november 2005

 
Een enkele keer ga ik naar Eindhoven om zitting te nemen in de jury van een poëzie-slam, nu ja, er is een café, waar dan op zondagmiddag dichters optreden, er is een jury, die daar wat van vindt. Eén van de dichters die daar optrad was Bernd Ebbo Visser. Hij ontlokte mij de opmerking ‘dat grote moeilijkheden in het leven niet noodzakelijkerwijs leiden tot grote poëzie’, waarmee ik mij, vond ik zelf, mild uitdrukte. Dit leidde tot enig tumult in het café, en leverde mij een vreeswekkende reputatie op, aldaar, als het hardvochtigste, wreedste jurylid dat Eindhoven ooit had gekend.

Nu vroeg hij me, een voorwoord voor zijn nieuwe, alweer vierde, bundel gedichten te schrijven. Hij verkoopt die bundels, op straat, in Arnhem, waar hij woont. Ik vroeg hem, gezien de wijze waarop hij zijn gedichten aan de man brengt, of het niet beter een nawoord zou zijn. Dat vond hij prima. Dus schreef ik een nawoord . Je vindt het hier:

www.berndebbovisser.web-log.nl

dinsdag 8 november 2005

 
EEN RUSTIGE VOGEL (IV)

Wat voorafging:
Olaf Risee, een aanstormende dichter,
nodigde zoveel mogelijk kunstenaars die hij kende uit
om een kunstwerk voor de galerie die hij op zondagmiddag wenste te beginnen te maken.
Starik kondigde aan graag een conceptueel kunstwerk in te willen leveren.
Een conceptueel kunstwerk, dat kan geen kwaad, dacht de dichter, en stemde toe.
Een paar weblogs terug kunt u lezen wat er daarna gebeurde.

Nu zit Risee, met zijn Tine Moniek, in Galerie 93
waar de tentoonstelling gehouden wordt,
in hun eigen woning met de vogel opgescheept,
de vogel die per ongeluk een kunstwerk is.

De vogel is een kunstwerk omdat de kersverse galerist heeft beloofd
het dier bij uitblijven van verkoop te vernietigen.

Te volgen aan de onderstaande correspondentie is dat nog niet gelukt.

De fatale datum nadert.

Ik stuurde de nieuwe galerist een cd met het lied over de rustige vogel,
om hem te bemoedigen, ten teken dat hij goed bezig is,
met zijn conceptuele kunstwerk. Het is een heel mooi lied.
Het kunstwerk is nu pas goed begonnen.

Over het lied vertel ik later, misschien.

De kersverse galerist koos voor de goedkoopste vogel.

Als ik u was, had ik de dure vogel genomen.

Dat was de vogel die u nodig had.
Dat was een mooie vogel, waarvan uw gasten zouden overwegen hem in huis te nemen.
Al kwam het iets duurder dan het in de winkel deed.
Al had men nooit eerder overwogen een vogel te houden.

U heeft geen risico willen nemen.
U nam een goedkope vogel.
Een lelijke rotvogel.
Een vogel die niemand wil hebben.

U heeft een vogel genomen,
waaraan u reeds bij aanschaf al voldoende hekel had,
mocht het ergste er ooit van komen moeten.

U heeft een grote schuld op u geladen.

donderdag 3 november 2005

 
DE PRESENTATIE VAN HET GROTE BOEK, nu te koop in de reguliere boekhandel.
Begraafplaats St. Barbara, woensdag 2 november 2005, 15 uur.

De eenzame uitvaart, uitgeverij Nieuw Amsterdam, 16,90 incl. cd.

draaiboek
14.45 deuren aula open / 15 uur binnentreden / eerste muziekstuk - when god made me (neil young) welkomstwoord jasper henderson, redacteur van de uitgever, overhandiging eerste ex aan starik, kleine toespraak starik:

Het is woensdag 2 november 2005. Allerzielen.
Wij denken vandaag aan de dood. Dat is niet moeilijk, want het is precies een jaar geleden dat Theo van Gogh werd vermoord. Het is ook precies een jaar geleden, dat de Kneet de geest gaf, welk nieuwsfeit ook nu weer enigszins wordt overschaduwd door die schokkende gebeurtenis. De Kneet zei graag: de dood of de gladiolen. Vanmorgen op de radio hoorde ik een omroeper beweren dat de Kneet de uitvinder is van deze zegswijze. Gladiolen ook voor topcrimineel John Mieremet, die vandaag in Thailand werd omgelegd. Het gaat niet goed met de onderwereld.

Het is woensdag 2 november 2005. De wereld draait door. U, van wie velen regelmatig mail van mij ontvangen, verkeert wellicht in de veronderstelling dat ik morgen te gast ben in het gelijknamige televisieprogramma, dat gaat niet door, dat item is tot nader order uitgesteld.
In Parijs was het voor de zesde achtereenvolgende nacht onrustig. Het weerbericht voorspelt veel regen, aan een harde zuidelijke wind. Het is niet koud. Vanmorgen om zeven uur was ik te gast bij de ouderenomroep: Ontbijten bij Max, met Anne van Egmond. Vandaag wordt de eenzame uitvaart gepresenteerd, op begraafplaats St. Barbara, en daar praten we over. Het item wordt afgesloten met het lied: doe het elektrisch, doe het elektrisch, dat is de grootste zaligheid, doe het met elektriciteit. Andere onderwerpen in het programma: haken is hot.

Het is woensdag 2 november 2005.
We zijn in weerwil van de armzalige weersomstandigheden hier verzameld, op St. Barbara.
Deze begraafplaats is niet toevallig gekozen. Hier worden de armlastigen al gratis begraven sinds 1845, vanwege het Genootschap van barmhartigheid. Hier ligt een vriend, de dichter Paul van der Steen, sinds 1989 te rusten. Dat was mijn eerste kennismaking met de heer Degenkamp, de baas van deze begraafplaats, waar ik de afgelopen jaren zo dikwijls ben geweest. We waren hier afgelopen maandag even, om te overleggen welke kleur gordijnen we als achtergrond voor deze presentatie zouden kiezen. Bij die gelegenheid vertelde Degenkamp dat hij al veertig jaar Sinterklaas is. Deze Allerzielen denken we aan Sinterklaas.

Het is woensdag 2 november 2005, Allerzielen. Om vijf uur begint op de Nieuwe Ooster de manifestatie Allerzielen Allicht, alwaar u onder veel anderen een geluidssculptuur van deze zelfde kunstenaar kunt beluisteren in de natte buitenlucht. Vanmorgen bij de mail vond ik een bericht voor de tachtig vrijwilligers die aan deze manifestatie meewerken: trek laarzen aan. Neem droge sokken mee. Huur een partytent.

Maar terzake. We zijn hier bijeen om de presentatie van de eenzame uitvaart luister bij te zetten. Ik wil eigenlijk een fragment uit het boek voorlezen, maar weet niet goed te kiezen welk fragment. Ik neig ertoe voor iets lichts te kiezen. Om te bewijzen dat er in het boek ook best wat te lachen valt. Ik neig ertoe iets voor te lezen waar de heer Ger Fritz in voorkomt, seniormedewerker bij B.U.G., de man die het project de EU vrijwel vanaf het begin zijn warme hart toedroeg, zonder wiens medewerking dit boek nooit geschreven was en aan wie ik dit boek dan ook heb opgedragen. Ik wil hem dan ook het eerste exemplaar aanbieden..

neem het fragment waar hij afscheid neemt van de dienst, p. 202 – 204 – 205.
meneer prins (fragment 54) verbeek (143) hoed (164) – brief aan de koningin, (90) of de eenzame uitvaart (20) .

tweede muziekstuk (live life like you’re gonna die, cause you’re gonna) william shatner.

Neel leest gedicht (Marek Skarzinski, eenzame uitvaart nummer 4)
starik leest bijbehorend verslag (pg 45)

Derde muziekstuk : het Air van bach of Morgenstimmung (Peer Gynt Suite)

Dames en heren, hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze kleine plechtigheid.
Ik mag u uitnodigen om een kaars op te steken voor wie u zelf verloren heeft, voor Alle zielen. Ik mag u uitnodigen de heer Degenkamp te volgen, om een kleine wandeling over de begraafplaats te maken, waarna u in de koffiekamer wordt verwacht voor het gebruikelijke kopje koffie.

Zo was het draaiboek.

De gemiste uitzending van ‘de wereld draait door‘ heb ik niet meer gezien. Ze zegen dat er niet veel bijzxonders op was. Ik heb gelukkig geen televisie. Ik was heel gelukkig. Vanavond hoorde ik Chrétien Breukers op de radio zeggen dat hij het voornamelijk opvalllend vond dat de dichters van nu eigenlijk heel erg gelukkig zijn, ik vind dat een mooie observatie. Ook hier.

De presentatie was heel goed, er was veel volk op afgekomen, en dan ook nog het volk dat er toe deed: het was een prachtige ceremonie, al met al: mijn redacteur Jasper Henderson hield een gloedvol betoog waarin hij uiteenzette hoe dit boek in zijn persoonlijke top drie staat van het beste wat hij ooit heeft begeleid, toen ik hem -nieuwsgierig geworden- daarover ondervroeg, noemde hij wel tien dingen op.

Ik had zelf een welkomstwoord geschreven, dat ik hierboven op mijn weblog heb gezet. Er was muziek, zorgvuldig op de situatie uitgekozen: -When god made me- van Neil Young’s laatste cd, het enige goede nummer, dat ook meteen een heel goed nummer is, -You'll have time- van William Shatner, Morgenstimmung uit de Peer Gynt Suite, tenslotte, de onvermijdelijke eenzame uitvaart muziek, nadat Neeltje Maria Min op indrukwekkende wijze een van haar gedichten voor de eenzame uitvaart geschreven voorlas, gevolgd door het bijpassende verslag, er was een wandeling over de begraafplaats, er werden drie dozen boeken leeggekocht, ik signeerde mij druk, er was koffie, er was cake, er waren veel belangrijke mannen van de Dienst, we maakten allerlei afspraken, deden beloften die de komende tijd allemaal geëffectueerd moeten worden.

Er was café, waar de voltallig verzamelde uitgeverij eraan begon mij te overtuigen dat de grote roman nu geschreven moet worden, en ik voorzichtig pleitte voor nu eerst weer gewoon een dichtbundel, volgend jaar, mijn zoon klaagde tegen zevenen datti nu wel honger kreeg, ik liet een schaal vol kaas bezorgen.
Nanne Nauta vertelde dat Utrecht nu bijna beginnen kan. Ik ging buiten met de radio praten.Later aten we voorgekookte pasta, zogenaamd vers, uit zo'n doos van Albert Heijn.Ik nam een er nog een fles wijn bij. We vochten traditioneel om het griesmeeltoetje, afgedekt met rode saus.

Ik was heel gelukkig.


View My Stats Free counter and web stats